Heenreis naar Polen

Op zaterdag 3 juli zijn we om zes uur vertrokken. De route ging via Hengelo, Osnabrück, Hannover, Magdeburg en Leipzig naar Dresden. Onderweg hadden we het ene moment een regenbui en even later scheen de zon weer volop, en zo ging het zo ongeveer de hele weg. Om half drie waren we bij ons hotel in Dresden, Hotel-Pension Kaden. In het hotel was verder geen personeel aanwezig, alleen de eigenaresse die ons naar onze kamer bracht. Na daar even te hebben uitgerust van de reis zijn we met de tram naar de Altstad van Dresden gegaan. Het weer was inmiddels helemaal opgeklaard, blauw bewolkte lucht met een stralend zonnetje. Rond half vier waren we in de binnenstad. Er was één of ander festival aan de gang, diverse kraampjes, muziek etc. We hebben diverse dingen in de stad bekeken, maar we zijn nergens naar binnen gegaan. Onder andere de Frauenkirche die herbouwd wordt (van de schade uit de Tweede Wereldoorlog!) en de kathedraal, de opera van Semper en de Stallhof en uiteraard het beroemdste bouwwerk van Dresden, het Zwinger. Wat opvalt de stad, is dat er momenteel veel wordt gerestaureerd. Vaak nog herstel werkzaamheden van schade uit de Tweede Wereldoorlog waar in het DDR tijdperk nooit iets aan is gedaan. Na een heerlijk diner, buiten, het was nog steeds erg mooi weer, zijn we met de tram terug gegaan naar ons hotel. Onderweg daarheen begon het weer zachtjes te regenen.

De volgende dag zijn we na het ontbijt om ongeveer 9:15 vertrokken. Het weer zag er veelbelovend uit, blauwe lucht, zonnetje en wat vriendelijke witte wolkjes. Even na 10 uur waren we bij de Duits-Poolse grens. Het oponthoud duurde gelukkig niet erg lang, binnen 10 minuten waren we op Pools grondgebied. De mooie snelweg hield al snel na de grens op en we vervolgden onze weg over lokale wegen door kleine dorpjes. Ciska zag al die oude huizen en vroeg zich af of er wel echt mensen in zulke oude huizen woonden. Na een kleine 60 km dachten we op de snelweg naar Wrocław uit te komen, dat was ook wel zo, maar er wordt nog volop gewerkt aan deze weg en voor het grootste deel is het nog een hobbelige 2 baans weg waarop je niet kan inhalen. Sommige stukken zijn echter al gereed en daar kan goed worden doorgereden. Uiteindelijk waren we om ongeveer 1 uur in Wrocław. De auto hebben we in de buurt van het centrum geparkeerd en vandaar zijn we gaan lopen. Als eerste naar het centrale plein van de stad, Rynek geheten. Dit is schitterend gerestaureerd en vol met allemaal leuke restaurantjes. Bij de tourist info hebben we een plattegrond van de stad gehaald en vervolgens zijn we naar de universiteit gelopen. Daar hebben we de Aula Leopoldina bekeken. Ook hebben we de toren beklommen van waaraf een mooi uitzicht over de stad wordt geboden. Vanaf de universiteit zijn we naar het panorama van Raclawice gelopen, dit is een groot schilderij (vergelijk met Panorama Mesdag) die de strijd bij Raclawice in 1794 uitbeeldt tussen de Russen en opstandige Polen. Gelukkig was de uitleg ook in het Nederlands middels een koptelefoon. Na afloop zijn we terug gelopen naar de auto, het was inmiddels al 5 uur geweest en het was nog meer dan 3 uur rijden naar Kalna. Vanaf Wrocław is de snelweg overigens wel helemaal gereed tot aan Gliwice en konden we dan ook behoorlijk doorrijden. Bij Gliwice stopt de snelweg en moet je weer via lokale wegen verder. Om ongeveer 20:30 kwamen we aan bij Villa Kotlina in Kalna waar we hartelijk werden begroet door de Nederlandse eigenaars Kees en Gerda. Inmiddels bestaat dit pension niet meer.
Het Brühl terras met de kunstacademie
Het Brühl terras met de kunstacademie
De wereldberoemde Semper opera van Dresden
De wereldberoemde Semper opera van Dresden
Het schitterende Rynek plein in Wrocław
Het schitterende Rynek plein in Wrocław
Nogmaals het Rynek plein
Nogmaals het Rynek plein
Het oude stadhuis van Wrocław
Het oude stadhuis van Wrocław

Kalna - Villa Kotlina

De volgende dag hadden we niet veel gepland, eerst wat uitrusten van de reis van de afgelopen twee dagen en de directe omgeving van Villa Kotlina verkennen. Ciska heeft wat spelletjes gedaan en Gerda geholpen. Na de lunch zijn we weggegaan om bosbessen te plukken voor het dessert vanavond. Toen het zachtjes begon te regenen zijn we met de auto een eind door de omgeving gaan rijden. We wilden nog naar het plaatsje Szczyrk gaan om daar een houten kerkje te bekijken, maar het was inmiddels zo gaan plenzen dat we daar geen zin meer in hadden en terug gegaan zijn naar Kalna. Het begon inmiddels ook te onweren. Na een uur slecht weer begon het weer op te klaren en begon de zon weer te schijnen.
Ciska helpt Gerda met de was
Ciska helpt Gerda met de was
Bosbessen plukken
Bosbessen plukken
Uitzicht vanuit Villa Kotlina
Uitzicht vanuit Villa Kotlina

Wieliczka en Chabówka

Toen we de volgende dag opstonden was de lucht grijs en grauw en viel er wat regen. Deze dag wilden we eigenlijk de stad Krakau gaan bezoeken, maar het weer nodigde niet echt uit om door een stad te gaan lopen. Maar we zijn toch vertrokken richting Krakau en we zien wel wat we doen. Onderweg zijn we bij een mooi houten kerkje in het plaatsje Gilowice gestopt. Onderweg naar Krakau begon het steeds harder te regenen, dus besloten we om naar Wieliczka te gaan, een stad zo'n 15 km ten zuid-oosten van Krakau en beroemd om zijn zoutmijn. En omdat dit onder de grond is, en dus droog, een geschikte bestemming voor een regenachtige dag zoals deze. Als je met de auto naar de mijn gaat, moet je alle mensen en borden in Wieliczka die je uitnodigen om te parkeren negeren en gewoon doorrijden tot je bij de mijn bent, anders moet je nog een heel stuk lopen. Om 12:30 konden we onder leiding van een (Engels sprekende) gids afdalen in de mijn. Eerst moesten we 54 trappen af met in totaal 378 treden naar zo'n 64 meter onder de grond. Daarna daalden we overigens langzamerhand nog verder af tot uiteindelijk 135 meter. In de mijn zijn diverse kamers uitgehakt in het zout waarin vaak prachtig beeldhouwwerk, uiteraard van zout. De meest indrukwekkende ruimte is de zogenaamde Kingakapel, een complete kerk, uitgehakt in het zout (in de 19e eeuw), op meer dan 100 meter onder de grond van 54 meter lang en 10 meter hoog. Een kapel met beelden van zout en ook het schilderij het Laatste Avondmaal, alleen nu als beeldhouwwerk van zout, zelfs de kroonluchters zijn van zout. Het diepste punt van de mijn ligt overigens op 327 meter en er is in totaal zo'n 250 kilometer aan gangen. Als toerist zie je hier maar een paar procent van tijdens de zo'n 2 uur durende rondleiding. Terug naar de begane grond gaat overigens met een (krappe) lift. Daar bleek het inmiddels wat droger geworden. Omdat we met Kees en Gerda hadden afgesproken dat niet met het eten terug zouden zijn wilden we nog iets anders gaan doen. Na wat zoeken in de reisgids had Hilleke een spoorweg museum gevonden in de buurt van Chabówka. Het boekje vermelde alleen geen openingstijden, maar het bleek tot 7 uur geopend. Het museum (Skansen geheten) heeft een grote verzameling stoomlokomotieven waarvan de meeste nog in goede staat verkeren. We hebben er ruim een uur rond gelopen. Na het museum zijn we in een nabij gelegen restaurant wat gaan eten.
Paarden werden veelvuldig gebruikt in de mijn van Wieliczka
Paarden werden veelvuldig gebruikt in de mijn van Wieliczka
Liftinstallatie voor het het ophijsen van de blokken zout
Liftinstallatie voor het het ophijsen van de blokken zout
Overzicht over de Kingakapel
Overzicht over de Kingakapel


Sneeuwschuiver en stoom lokomotief in het museum (Skansen) in Chabówka